The quest for public management reform : theory and practice in the case of The Netherlands 1970-1995

Public management reform and public reorganisation are undertaken now for more than two decades in the Western world. These attempts to modernise the institutions in the public sector and their public policies have been inspired by criticisms on big and classical government and on notions of a smaller but better government. Theoretical analysis, empirical research and ideological beliefs are elements in the debate, and many times they are confused In this research memorandum, the quest for public management reform is described, analysed and evaluated in a case study of the Netherlands for the period 1970-1995. The early beginnings of the reform debate and of reform policies can be traced back to the late nineteen sixties. This resulted in the nineteen eighties in six Big Operations at three levels of the public sector: at the central government level, at the local government level and in the third sector. These operations are in various ways interrelated. The miscellaneous and sometimes even disappointing outcomes of these operations resulted in more modest attempts to public management reform in the nineteen nineties. This memorandum concludes with a theoretical analysis of the determinants of success and failure of public management reform and public reorganisation. Public management reform is in particular a difficult and complicated learning process, which has to be undertaken in horizontal and democratic policy networks, and in consultations and negotiations with all political actors involved: the politicians as political principals, the bureaucrats as executing agents, and the public as consumers of public service delivery. NEDERLANDS ABSTRACT De Zoektocht naar Hervorming van het Overheidsmanagement. Theorie en Praktijk in Nederland 1970-1995. Hervorming van het overheidsmanagement en van de organisatie van de overheid wordt reeds twintig jaar in de Westerse wereld ondernomen. De pogingen tot fundamentele hervorming van de organisatie en het management van de overheid vinden hun inspiratiebron in de aanhoudende en radicale kritiek op de grootschalige en klassiek georganiseerde overheid en in het concept van een kleinere maar betere overheid. Theoretische analyse, empirisch onderzoek en politiek-ideologische stellingnamen vormen onderdeel van het debat, maar worden vaak door elkaar gehaald waar zij zouden moeten worden onderscheiden. In dit research memorandum wordt de speurtocht naar hervorming van de organisatie en het management van de overheid in Nederland beschreven, geanalyseerd en geëvalueerd voor de periode 1970-1995. Het vroege begin van het hervormingsdebat en van het hervormingsbeleid kan worden getraceerd in de late jaren zestig. Een en ander resulteerde uiteindelijk in de jaren tachtig in de zes zogeheten Grote Operaties op drie niveaus van de publieke sector: op het niveau van de centrale overheid, op het niveau van de lokale overheid en in de derde of non-profit sector. Deze operaties hangen onderling op velerlei manier samen. De wisselende en soms ronduit teleurstellende resultaten van deze operaties leidden tot meer bescheiden hervormingspogingen in de jaren negentig. Dit memorandum sluit af met een theoretische analyse van de succes- en faalfactoren van hervorming van de organisatie en het management van de overheid. Hervorming van de publieke sector is in het bijzonder een moeilijk en gecompliceerd leerproces, dat ter hand genomen moet worden in het kader van horizontale en democratische beleidsnetwerken, en in voortdurend consultatie en onderhandeling met alle betrokken politieke actoren: de politici als opdrachtgevers, de bureaucratische functionarissen als uitvoerders, en het publiek als consumenten van openbare dienstverlening.public economics ;

Public entrepreneurship as innovative management strategy in the public sector : a public choice-approach

Paper Originally Presented at the 65th Annual Conference of the Southern Economic Association , Fairmont Hotel, New Orleans, Louisiana, United States of America, November 18-20, 1995. Bureaucratic service organisations in the public sector are increasingly loosing their previous comfortable monopoly positions in providing services to the public, due to radical structural changes in modern society. The public finance of their services by politicians ordering public services as elected representatives of the citizens-consumers is not longer guaranteed, and neither is the consumption of their services by the public. Government bureaucracy is forced to produce services under (quasi) competitive market conditions. In a competitive system of public service provision, government bureaucracies have to conquer new markets with new services (new product/market combinations). External management of their relations with funding politicians and with the service consumers is becoming vital for their survival. ''Public Entrepreneurship'' is an important element of the necessary innovation of strategic management of government bureaucracies. In this paper, the concept of public entrepreneurship is elaborated. Public entrepreneurship originally is constructed by Osborne and Gaebler as a device to ''reinvent government''. The consequences of public entrepreneurship for their relations with political superiors and sponsors on the one hand, and their contacts with consumer-clients and interest groups on the other hand, are explored from the institutional perspective of public management reform in Western Europe. Public entrepreneurship combines elements of classical market entrepreneurship and elements of modern social entrepreneurship of institutions of private initiative. Public entrepreneurship imposes new challenges for bureaucrats operating between the political leadership of their bureau and the clients of the services provided by their bureau. Public entrepreneurship also causes new problems of political-democratic control. These challenges and problems are explored and some solutions are formulated.public economics ;

The experience of OECD countries with public management reform and its relevance to Central and Eastern Europe

In this paper, the experience of OECD countries with public management reform, as has been attempted since the nineteen seventies until now, is discussed. In particular we focus on the lessons which can be drawn from public management reform attempts in English speaking countries on the one hand (the ''Anglo-saxon tradition'' in public management reform), represented by the United Kingdom, Ireland, Australia and New Zealand, and in countries on the European continent (the ''continental tradition'' in public management reform), represented by the Netherlands and France. The relevance of the experience of these Western countries with public management reform to countries in Central and Eastern Europe, such as Bulgaria, Hungary and Slovakia, will be pointed out. For this purpose, the results and conclusions of the various country chapters in the report will be employed. A critical examination of this relevance is necessary to formulate an answer to the central question of this ACE Phare research project: can public management innovations as applied in Western Europe and in other OECD countries be applied successfully in Central and Eastern Europe?international economics and trade ;

Bureaucratie en bureaucratisering :een theoretische en praktische verkenning van recente ontwikkelingen in de publieke sector en de particuliere sector

Bureaucratie en bureaucratisering zijn verschijnselen waardoor zowel moderne overheidsorganisaties als moderne ondernemingen worden geplaagd. Aan de bureaucratische organisatievorm kleven zowel voordelen als nadelen. De nadelen ervan worden in de moderne samenleving echter steeds groter. In dit research memorandum worden de begrippen bureaucratie en bureaucratisering aan een kritische theoretische en empirische analyse onderworpen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de organisatiestructuur en de organisatiecultuur van de bureaucratie. De theoretische inzichten worden getoetst aan de ontwikkelingen in de bureaucratiepraktijk van overheid en onderneming. Het blijkt dat zowel overheden als ondernemingen proberen de voortschrijden- de bureaucratisering tegen te gaan. Daartoe hebben ondernemingen reeds in de jaren zeventig het initiatief genomen, terwijl overheden pas in de jaren tachtig daartoe overgingen. Dat ondernemingen meer succes zouden hebben in hun strijd tegen bureaucratisme dan overheden, berust meer op speculaties en vooroordelen dan op de feiten uit empirisch onderzoek.Summary. Bureaucracy and Bureaucratisation: A Theoretical and Practical Exploration of Recent Developments in the Public Sector and the Private Sector. Bureaucracy and bureaucratisation are phenomena which trouble modern government organisations as well as modern private firms. The bureaucratic organisation has both advantages and disadvantages, In modern society, the benefits of bureaucratic organisations are increasingly outweighed by the costs. and costs. In this research memorandum, the concepts of bureaucracy and bureaucratisation are subjected to a critical theoretical and empirical analysis. A distinction is made between the organisational structure and the organisational culture of bureaucracy. Theoretical knowledge about bureaucracy is confronted with recent developments in the bureaucratic practice of government and business organisations. Government as well as business have developed policies and strategies against bureaucracy. Business already started with this in the early seventies, whereas governments followed as late as in the nineteen eighties. The opinion that business organisations have succeeded much better in fighting bureaucracy and bureaucratisation than government organisations, is more based on speculation and prejudice than on the results of empirical research.public economics ;

Over de verhouding tussen overheid, marktwerking en privatisering.

Over de verhouding tussen overheid en markt wordt steeds vaker de grootst mogelijk onzin verkondigd. Dat gebeurt niet alleen in de universitaire (economische) wetenschap, maar vooral ook in de politieke wereld van de beleidsmakers. Dat heeft fatale gevolgen voor ons wetenschappelijk denken over marktwerking en overheidsinterventie en voor privatiseringsoperaties in de beleidspraktijk. In dit artikel wordt met een behulp van een zogeheten ‘economische meta-analyse’ de verhouding tussen overheid, marktwerking en privatisering onderzocht, met de bedoeling om aan deze begripsverwarring een einde te maken. Op basis van deze meta-analyse wordt een instrumentele privatiseringstheorie ontwikkeld, waarmee tenslotte een vingeroefening op de NS wordt beproefd. * Prof Dr J.G.A. van Mierlo is hoogleraar Openbare Financiën aan de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde van de Universiteit Maastricht. Hij is tevens lid van de Redactieadviesraad van Bestuurswetenschappen. Hij dankt de redactie van dit tijdschrift, evenals dr G. Woltjer, universitair docent Micro-Economie aan de Universiteit Maastricht, voor hun nuttig commentaar bij de eerste versie van dit artikel.macroeconomics ;